Harig saffraanoortje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Harig saffraanoortje (Crepidotus crocophyllus)

Kenmerkend voor het Harig saffraanoortje zijn behalve de waaiervormige, ongesteelde hoed de bruine vezels op de hoed (soms tot schubjes vergroeid) en de oranje lamellen, maar deze kenmerken zijn nogal variabel. De hoed kan ook bijna wit zijn met wat bruinige vezels, de kleur van de lamellen varieert van lichtoranje tot feloranje. Rijpe exemplaren hebben bruine lamellen door de sporen.

Het Harig saffraanoortje groeit op dood naaldhout.

Hoed 1-6 cm, halfrond, schelpvormig of waaiervormig, breed gewelfd. Wit tot matbruin of geel onder de oranjebruine tot roodbruine vezels. De vezels vergroeien soms tot schubjes. De rand is vaak wat ingerold.
Aanhechtingspunt vaak met oranje dons.

Lamellen waaiervormig vanuit aanhechtingspunt, veel korte lamellen, bleek pastel oramje of donker oranje, later mat bruin door sporen.

Geen steel.

Vlees zacht en dun, witachtig.

Geur onopvallend, smaa bitter tot onopvallend.

KOH op hoed roodachtig tot grijs of zwart.

Sporenmassa bruin.

Sporen 4.5-8 mu, rond, glad of heel fijn wrattig, geel tot bruin in KOH. Inamyloid. Basidia 23-28x5-7 mu. 4-sporig. Geen pleurocystiden. Cheilocystiden 25-60x5-10 mu, cilindrisch tot knotsvormig, glad, dunwandig, transparant in KOH.
Septa met gespen
Kenmerken van het geslacht Oorzwammetje  (Crepidotus) waartoe Harig saffraanoortje behoort.

Schelp- tot niervormige, ongesteelde, witte of crème-gelige plaatjeszwammen. Er komen in Nederland 11 soorten voor, de sporeekleur verschilt per soort!

SPECIFICATIES - harig_saffraanoortje
familieGordijnzwammen (Cortinariaceae)
info familieTot deze familie behoort een groot aantal geslachten. De naam is ontleend aan het grootste geslacht binnen de familie, nl. de Cortinaria (gordijnzwammen)
De sporen zijn bruin.
De leden van deze familie hebben een 'gordijn', een spinnenwebachtig weefsel tussen de hoedrand en de top van de steel dat de rijpende sporen beschermt. Dit gordijn, officieel het velum partiale genoemd, is niet hetzelfde als het velum universale, het weefsel dat de nog zeer jonge paddenstoelen omhult en bij het groeien van de paddenstoel scheurt en dan vaak als een beurs aan de voet of als vlokjes of schubjes op de hoed achterblijft.
Het velum partiale is bij jonge paddestoelen vaak nog mooi te zien. Naarmate de hoed groeit scheurt het gordijn. Er blijven restantjes achter op de steel. Deze kleuren vaak bruin tot oranjebruin door de sporen die er op vallen.

Gordijnzwammen groeien op de grond of parasiteren op wortels. Ze zijn er zowel klein als groot.

Geslachten die tot deze familie behoren
  • Cortinarius - gordijnzwammen
  • Gymnopilus - vlamhoeden
  • Hebeloma - vaalhoeden
  • Galerina - mosklokjes
  • Alnicola - zompzwammen
  • Tubaria - donsvoetjes
  • Crepidotus - oorzwammetjes
naam harig_saffraanoortje (Crepidotus crocophyllus)
waar op dood naaldhout
sporeekleur mat bruin
hoed 1-6 cm, halfrond, waaier- of schelpvormig, licht tot donker oranje met meer of minder bruine vezels
steel geen steel
plaatjes waaiervormig stralend vanuit aanhechtingspunt, bleek pastel tot donker oranje